Wat zijn de 200+ ranking factoren die het algoritme van Google bepalen?

Spring snel naar:

• Domein factoren (1 t/m 10)
• Pagina level factoren (11 t/m 69)
• Website level factoren (70 t/m 86)
• Backlinks factoren (87 t/m 134)
• User interaction factoren (135 t/m 144)
• Speciale algoritme regels (145 t/m 164)
• Merksignalen (165 t/m 175)
• On-site webspam factors (176 t/m 191)
• Off-site webspam factors (192 t/m 210)

Domein factoren

1. Leeftijd van jouw domein. De ranking factor is bevestigd door Matt Cutts van Google, maar is tegenwoordig niet meer zo belangrijk.
2. Zoekwoord in jouw domeinnaam. Minder belangrijk dan voorheen, maar nog handig als relevantie-signaal.
3. Zoekwoord als eerste woord in jouw domeinnaam. Begint jouw domeinnaam met een zoekwoord, dan heeft dit een klein voordeel ten opzichte van een concurrent die dit niet heeft.
4. Lengte van domeinregistratie. Er wordt gekeken naar de vervaldatum van een domeinnaam. Legitieme domeinnamen worden vaak voor tientallen jaren vastgelegd.
5. Zoekwoord in een subdomein. Volgens Moz is het positief voor jouw rankings als er een zoekwoord in jouw subdomein zit.
6. Domein geschiedenis. Is een domein vaak van eigenaar gewisseld, dan kan Google ervoor kiezen om de ‘geschiedenis’ van dit domein te resetten.
7. Exact match domeinnaam. Dit kan een klein voordeel geven, maar Google houdt dit soort domeinnamen goed in de gaten sinds de EMD update (Exact Match Domains) in 2012. Voor die tijd was het eenvoudig om te ranken op bijvoorbeeld een domeinnaam als deze: gratisnieuwefilmsdownloaden.nl
8. Openbare vs. prive WhoIs. De WhoIs-gegevens van een domeinnaam bevatten alle algemene informatie over een domeinnaam. Dit betreft onder meer de beschikbaarheid van een domeinnaam, de partij waarbij de domeinnaam is geregistreerd en de contactgegevens van de administratieve contactpersoon. Google ziet deze gegevens graag openbaar.
9. Bestrafte WhoIs eigenaar, Word jij herkend als spammer door Google dan heeft mogelijk gevolgen voor andere websites die jij beheert.
10. Landcode in jouw domeinnaam. Denk bijvoorbeeld aan: .NL .BE . Dit is goed om te ranken in een bepaald land. Maar dat maakt het wel lastiger om wereldwijd te ranken.

Terug naar boven

Paginalevel factoren

11. Zoekwoord in de paginatitel. Nog steeds een belangrijk SEO signaal, maar niet meer zo belangrijk als voorheen.
12. Paginatitel begint met een zoekwoord. Volgens Moz geeft het een klein voordeel om de paginatitel te beginnen met een belangrijk zoekwoord.
13. Zoekwoord in de meta-omschrijving. Meta omschrijving wordt niet meegenomen als directe ranking factor, maar is wel belangrijk zijn voor de Click through rate. En dat is wel een ranking factor
14. Zoekwoord in de H1. Na de paginatitel kijkt Google naar de H1 tag als een relevantie signaal. Dit is dus ook een belangrijke plek voor zoekwoord.
15. TF-IDF. Hoe vaak komt een bepaald woord voor op een pagina. Dit is waarschijnlijk het onderwerp van deze pagina.
16. Inhoud lengte. Meer woorden betekent veelal een betere positie in Google. Er kan namelijk meer worden verteld over het onderwerp.
17. Het gebruik van een inhoudsopgave. Hiermee help je Google de pagina beter te begrijpen. Dit is bijvoorbeeld handig bij een langer blogartikel.
18. Zoekwoord dichtheid ( Keyword Density). Niet zo belangrijk als vroeger, maar kan wel aangeven waar een pagina over gaat. Wees wel voorzichtig, té veel zoekwoorden kan averechts werken.
19. Latent Semantic Indexing Keywords in Content (LSI Keywords). LSI zoekwoorden helpen de zoekmachines woorden te begrijpen die meerdere betekenissen hebben. Een voorbeeld is “Metro” de krant of “metro” het vervoermiddel.
20. LSI Keywords in paginatitel en meta-omschrijving. Ook dit is een factor die de relevantie van een pagina bepaalt.
21. Diepgaande pagina’s: Hoe diepgaander een pagina, hoe beter. Probeer zoveel mogelijk te behandelen over een onderwerp op een pagina. Behandel jij maar één aspect van het onderwerp op een pagina, dan is de kans groot dat jij minder goed presteert in de zoekresultaten.
22. Pagina laadtijd via HTML. Bevestigde ranking factor door Google en Bing. De robots van de zoekmachine kunnen de snelheid vrij nauwkeurig bepalen aan de hand van de HTML code.
23. Pagina laadtijd via Chrome. Google gebruikt ook hun eigen browser, Google Chrome, om de laadtijd te meten.
24. Het gebruik van AMP pagina’s (Accelerated mobile Pages). Niet direct een ranking factor maar misschien belangrijk voor de mobiele gebruikers.
25. Gehele match (Entity Match). Komt de inhoud op jouw pagina in zijn geheel overeen met de zoekintentie van een gebruiker? Dan kan dat zoekwoord stijgen in de resultaten.
26. Google Hummingbird (update 2013). Google kan langere en complexere zoekopdrachten beter begrijpen. Hierdoor zijn de zoekresultaten beter en nauwkeuriger geworden. En sinds de Hummingbird update kan Google ook beter jouw website begrijpen.
27. Duplicate content. Precies dezelfde of een beetje aangepaste content op één website kan een negatief effect hebben op de zoekresultaten.
28. Rel=Canonical. Als je deze tag goed inzet, kun je voorkomen dat Google duplicate content bestraft.
29. Geoptimaliseerde afbeeldingen. Afbeeldingen sturen belangrijke relevantie signalen. Zorg dus voor de juiste bestandsnaam, alt text, omschrijving, anchor, bestandsformaat etc.
30. Hoe recent is de inhoud? (Google Caffeine 2010) De Google Caffeine update geeft voorkeur aan content die recent is geplaatst of geüpdated. In de zoekresultaten zie je ook de datum waarop iets is geplaatst of een wijziging is geweest.
31. De omvang van de inhoud update. Hoe groot is de wijziging op een pagina? Een alinea toevoegen heeft meer impact dat het wijzigen van een typefout.
32. Hoe vaak wordt een pagina geüpdated? Dagelijks, wekelijks of één keer jaar? Dit zegt iets over de ‘versheid’ van een pagina.
33. Zoekwoord prominent aanwezig (Keyword Prominence). De belangrijkste zoekwoorden staan in de eerste 100 woorden van een pagina.
34. Zoekwoord aanwezig in H2 & H3 tag. Helpt Google bij het herkennen van de inhoud en de structuur van een pagina.
35. Uitgaande link kwaliteit. Vanaf jouw website linken naar andere autoriteiten. Hierdoor kan Google herkennen dat jij gebruik maakt van belangrijke bronnen, wat goed is voor de betrouwbaarheid van jouw pagina.
36. Thema van deze uitgaande links. Zo kan Google de relevantie herkennen. Probeer dus uitgaand te linken naar relevante domeinen.
37. Grammatica en spelling. Dit is een kwaliteit signaal. Niet zeker of het heel belangrijk is voor Google, maar wel voor de gebruiker
38. Syndicated Content. Is de inhoud op jouw pagina origineel of gescrapt of gekopieerd? Dan wordt het ranken lastiger of onmogelijk.
39. Mobiel vriendelijkheid update (MOBILEGEDDON update 2015). Jouw website wordt beloond als deze een mobielvriendelijke website heeft.
40. Mobiele gebruiksvriendelijkheid. Is jouw mobiele website gebruiksvriendelijk? Dan geeft dit een voordeel bij de ‘mobile first index’. Sinds september 2020 is Google voor 100% over naar mobile first index.
41. Verborgen content op mobiel. De kans is dat content die wordt verborgen op mobiele websites niet wordt geïndexeerd. Probeer zoveel mogelijk content te tonen en vooral jouw belangrijkste content.
42. Handige aanvullende inhoud. Denk hierbij aan een valuta calculator of tool om werkkapitaal te bereken. Dit soort inhoud toont extra kwaliteit en betrouwbaarheid.
43. Content verborgen achter tabs. Volgens Google kan het voorkomen dat deze inhoud niet wordt geïndexeerd! Ga dus goed na hoe belangrijk deze informatie is.
44. Aantal uitgaande links. Te veel uitgaande dofollow links op een pagina kan ‘Pagerank’ kosten en dus pagina rankings.
45. Afbeeldingen, video’s , audio: je wilt het allemaal op jouw webpagina’s. Dit toont aan dat een pagina kwaliteit heeft.
46. Aantal interne links naar een pagina. Hiermee geef jij aan hoe belangrijk jij een specifieke pagina vindt op jouw website.
47. Kwaliteit van deze interne links. Een interne link van een categoriepagina is vaak waardevoller dan een link van de ‘Over ons’ pagina.
48. Kapotte links. Veel kapotte links op een pagina kan aangeven dat de website of pagina niet meer wordt beheerd.
49. Leesniveau. Hoe eenvoudig is het om de teksten te lezen op jouw pagina? Lange zinnen? Of wordt er eenvoudig geschreven zodat het grote publiek het snapt.
50. Affiliate links. Met te veel affiliate links kan je wel eens op de radar van Google belanden. Ze houden niet van website’s met alleen maar affiliate links.
51. HTML fouten. Slechte codering kan aangeven dat jouw website van slechte kwaliteit is. Veel SEO experts denken dat een schone code helpt bij jouw rankings.
52. Domein Autoriteit. Hoe hoger jouw autoriteit, hoe beter jouw pagina scoort.
53. Pagina Pagerank. Pagina’s met veel autoriteit outranken pagina’s met meer link autoriteit.
54. URL lengte. Een te lange URL kan schade doen aan de vindbaarheid. Uit onderzoek blijkt dat een korte URL beter scoort.
55. URL pad. Een pagina die dichter bij jouw homepage zit, krijgt een kleine autoriteit boost tegenover pagina’s die ergens zijn weggestopt.
56. Menselijke redacteuren (Human Editors). Nooit bevestigd, maar er is sprake dat de SERP handmatig kan worden aangepast door medewerkers.
57. Categorie pagina’s. De categorie geeft een relevantie signaal. Pagina’s in dezelfde categorie kunnen een relevantie boost krijgen.
58. WordPress Tags. Tags zijn een specifiek WordPress relevantie signaal volgens Yoast.com.
59. Zoekwoord in URL. Nog een relevantie signaal. Dit is een kleine ranking factor volgens een Google medewerker.
60. URL string. De categorieën in de URL string worden gelezen door Google en kunnen een thematisch signaal geven waar een pagina over gaat.
61. Referenties en bronnen. Zoek een autoriteit en gebruik zijn of haar onderzoek of artikel als bron. Dit laat zien dat jij en jouw website voor kwaliteit staan.
62. Opsommingen en genummerde lijstjes. Het gebruik van opsommingen en lijstjes maakt het voor de lezer makkelijker om een tekst te lezen en te begrijpen.
63. Prioriteit in de sitemap van een pagina. Dit kan invloed hebben op de rankings.
64. Te veel uitgaande links op een pagina. Dit kan afleiden van de werkelijke inhoud. Ga hier dus zorgvuldig mee om.
65. UX signalen van andere zoekwoorden waar een pagina op rankt. Rank jij op meerdere zoekwoorden op een pagina dan kan dit een teken van kwaliteit zijn.“We look for sites that many users seem to value for similar queries.”
66. Leeftijd van een pagina. Google houdt van nieuwe content, maar als jij een oudere pagina regelmatig updatet, kan dit een voordeel zijn op een nieuwere pagina.
67. Gebruiksvriendelijk van de layout op een pagina.

“The page layout on highest quality pages makes the Main Content immediately visible.”

68. Geparkeerde domeinen (Update 2011). Sinds 2011 worden domeinen die niet in gebruik zijn minder goed vindbaar.
69. Handige inhoud. Er kan onderscheid worden gemaakt tussen kwaliteit inhoud en handige inhoud.

Terug naar boven

Websitelevel factoren

70. Inhoud biedt waarde en unieke inzichten. Google heeft gezegd dat ze zonder probleem websites een penalty geven als ze niks nieuws bieden. Vooral twijfelachtige affiliate websites.
71. Google ziet graag voldoende contactinformatie op de website.
72. Domein TrustRank. Er wordt aangenomen dat ‘TrustRank’ erg belangrijk is als ranking factor. Er is een Google Patent die heet “Search result ranking based on trust”
73. De architectuur van een website. Een logisch opgebouwde website helpt Google om de website beter te indexeren.
74. Website updates. Er wordt geloofd dat website updates, vooral nieuwe content,  bijdraagt aan de ‘Freshness Factor’ van een website. Google ontkent echter dat dit mee wordt genomen in het algoritme.
75. Het hebben van een Sitemap. Hiermee help jij Google om jouw website beter te indexeren. Maar ook hier beweert Google dat het niet bijdraagt aan je SEO resultaten.
76. Uptime van de website. Is de website vaak down door een slechte server, dan heeft dit negatieve invloed op de rankings.
77. Locatie van de server. Belangrijk als jij in bepaalde gebieden/landen wil ranken.
78. SSL certificaat. Dit is een ranking factor die bevestigd is door Google. Google vindt de beveiliging en veiligheid van persoonsgegevens ontzettend belangrijk.
79. Service Voorwaarden & Privacy Policy pagina’s. Hiermee toon jij aan dat jouw website betrouwbaar is. Waarschijnlijk helpt het ook voor de E-A-T van jouw website.
80. Duplicate meta-omschrijvingen. Dit kan de zichtbaarheid van alle pagina’s negatief beïnvloeden.
81. Kruimelpad. Dit is er een voor de gebruiksvriendelijkheid voor de gebruiker en zoekmachine. Je toont hier eenvoudig aan waar mensen zich bevinden op de website.
82. Volledige website geoptimaliseerd voor mobiel. Eigenlijk niet meer dan logisch in 2020. Is jouw website niet optimaal voor mobiel, dan ook dit negatieve gevolgen hebben voor jouw website.
83. Youtube. YouTube is van Google, dus video’s in de SERP zijn voornamelijk van Google. Maak jij gebruik van video’s? Zorg dan in ieder geval dat ze op YouTube staan.
84. Bruikbaarheid van de website (Site Usability). Is het lastig om te navigeren op jouw website, dan heeft dit gevolgen voor de tijd op de website, pageviews en bouncerate. En Google kijkt naar deze factoren.
85. Google Analytics en Google Search Console. Google krijgt meer data om mee te werken. Er wordt dus geloofd dat dit helpt bij de indexering. Maar wederom doet Google dit af als een mythe.
86. Reviews van bezoekers. Goede reviews werken uiteraard mee aan een positieve reputatie. Daarom houdt Google ook verschillende review platformen goed in de gaten.

Terug naar boven

Backlinks factoren

87. Leeftijd van gelinkt domein. Een backlink van een oud domein is krachtiger dan een backlink van een nieuw domein.
88. Aantal verschillende domeinen die linken. Een van de belangrijkste ranking factor. Probeer dus zoveel mogelijke backlinks te krijgen van verschillende domeinen.
89. Aantal links van verschillende C-class IP’s. In het kort, probeer zoveel mogelijk links te krijgen van verschillende IP-adressen.
90. Totaal aantal links van verschillende pagina’s. Hoeveel backlinks zijn er in totaal? Komen er 5 links van één domein, dan wordt dit geteld als 5 links.
91. Backlink anchor tekst. Minder belangrijk dan eerst, maar Google gebruikt de anchor tekst eerst om te bepalen waar een pagina over gaat.
92. Alt tag bij links in afbeeldingen. Dit is eigenlijk de anchor tekst voor afbeeldingen.
93. Links van .edu of .gov (overheidsinstanties) Er is een vermoeden dat dit soort ‘belangrijke’ websites een speciale plek hebben in het algoritme.
94. De autoriteit van de linkende pagina. Hoe hoog is de autoriteit van de website die naar jou linkt.
95. De autoriteit van het linkende domein.
96. Links van concurrenten. Links van pagina’s in dezelfde SERP hebben misschien meer waarde.
97. Links van ‘verwachte’ websites. Gespeculeerd wordt dat Google jou niet volledig vertrouwt totdat jij backlinks krijgt van een aantal verwachte pagina’s in jouw branche.
98. Links uit een “slechte buurt”. Je wilt geen links van louche websites.
99. Gastblogs. Geeft waarde, maar minder dan als je als bron wordt gebruikt.
100. Links van advertenties. Deze moeten links moeten ‘nofollow’ zijn. Maar misschien kan Google follow links van advertenties er zelf goed uitfilteren.
101. Homepage autoriteit. Links van een homepage geven misschien meer waarde door dan een link van een net nieuwe blog.
102. Nofollow links. Dit is een van de meest controversiële topic in SEO land. Dus Google is er wel mee bezig.

“In general, we don’t follow them.”

103. Diversiteit in backlink types. Verkrijg niet alleen links uit comments of forum profielen, want dit kan op webspam lijken. Afwisseling in het soort links is belangrijk.
104. Sponsored en UGC tags. Links met deze tags worden anders behandeld dan normale follow of nofollow links.
105. In content links. Links in de content van een een pagina hebben meer waarde dan een link die ergens zweeft.
106. Te veel 301 redirects wil je voorkomen. Redirects zijn erg handig, maar ga hier verstandig mee om.
107. Interne link anchor teksten.  Relevantie! Intern weegt wel minder zwaar dan externe links.
108. Link titel attribuut. Wat je ziet als je over een link hovert. Kan een kleine relevantie signaal zijn.
109. Land TLD (Top level domein) refererende domein. Backlinks van een land specifieke domein extenties. (.de. cn .uk.) helpt bij het ranken in deze landen.
110. Locatie van de link in de inhoud. Links aan het begin van de content kunnen meer waarde hebben dan een link later in de content .
111. Locatie van de link op de pagina. Je wilt liever een backlink in de content dan ergens onderaan in de footer.
112. Relevantie van het linkende domein. Het is belangrijk om backlinks te krijgen van relevante domeinen.
113. Relevantie van een linkende pagina. Ook de pagina waarvan jij een backlink krijgt, moet zo relevant mogelijk zijn.
114. Zoekwoord in titel. Als er een belangrijk zoekwoord in de paginatitel zit van de linkende pagina staat dan krijg jij bonuspunten.
115. Positieve link groei. Dit toont dat jouw website stijgt in populariteit.
116. Negatieve link groei (daling). Dit kan je rankings schade brengen.
117. Backlinks van Hub Pages. Dit zijn belangrijke bronnen in de ogen van de zoekmachines.
118. Backlinks van een autoriteit.  Een backlink van een website die wordt gezien als een autoriteit geeft meer waarde door dan een nieuwe onbekende website.
119. Link van Wikipedia. Zijn nofollow, maar velen denken dat het wel extra betrouwbaarheid oplevert in de ogen van de zoekmachines.
120. Co-occurrences. De woorden rondom een backlink zijn belangrijk om Google een idee te geven waar de pagina over gaat.
121. Leeftijd van een backlink. Hoe ouder hoe beter. Deze backlinks hebben meer ‘ranking power’.
122. Links van echte pagina’s vs neppe blogs (Splogs). Echte websites geven meer waarde door dan een neppe blog website.
123. Een natuurlijk linkprofiel. Met een natuurlijk linkprofiel gaat jouw website het goed doen in de zoekresultaten en is jouw website waarschijnlijk ook bestand tegen toekomstige updates.
124. Wederzijdse links. Dit wil Google niet! Probeer een AB-ruil te voorkomen.
125. User generated content links (UGC). Ze herkennen het verschil tussen een UGC link en een link die de eigenaar heeft geplaatst in zijn content.
126. Links van 301 redirects. Dit kan je wat waarde kosten in vergelijking met een directe link. Matt Cutts van Google zegt echter dat deze links gelijk zijn aan elkaar.
127. org. Structured data wil je hebben. Hierdoor ga je opvallen bovenaan in de zoekresultaten.
128. TrustRank van linkende website. De betrouwbaarheid van het linkende domein bepaald hoeveel ‘Trustrank’ wordt doorgegeven.
129. Aantal uitgaande links op een pagina. Liever 5 uitgaande links dan 100 uitgaande links op een pagina.
130. Forum links. Er is een kans dat backlinks van forums tegen je gaan werken. Want de links worden geassocieerd met spamming.
131. Aantal woorden van de linkende content. Content met 1000 woorden heeft meer waarde dan een kort berichtje van 100 woorden.
132. Kwaliteit van content vanuit waar wordt gelinkt. De geschreven content moet wel van kwaliteit zijn. Slecht geschreven stukken geven minder waarde door.
133. Sitewide links. Staat er een link op elke pagina van een ander domein, dan  worden deze backlinks volgens Matt Cutts gecomprimeerd tot één link.

Terug naar boven

User interaction factoren

134. RankBrain. Dit is Google’s AI algoritme. Met als doel om te meten hoe gebruikers omgaan met de zoekresultaten.
135. Organische Click Though Rate (CTR) voor één zoekwoord. Pagina’s met veel klikken krijgen een boost in de zoekresultaten voor dat zoekwoord.
136. Organische CTR van alle zoekwoorden. Er wordt ook gekeken naar de CTR van alle zoekwoorden.
137. Bounce rate. Als iemand je website bezoekt, even rondkijkt en gelijk weer weggaat dan bounced deze bezoeker. Om niet te bouncen moet er minimaal een andere pagina worden bezocht. Niet iedereen in de wereld van SEO vindt dat de bounce rate uitmaakt.
138. Direct bezoek. Het is bevestigd dat Google data van Google Chrome gebruikt om na te gaan hoe vaak bezoekers een website direct bezoeken. Directe bezoeken geven vaak aan de het gaat om een kwaliteit websites. Volgens een recent onderzoek van SEMRush is dit de belangrijkste ranking factor.
139. Terugkerende bezoekers. Veel terugkerende bezoekers zorgen voor een boost in de rankings.
140. Pogosticking. Dit is een speciale bounce. Moeten bezoekers meerdere websites bezoeken om antwoord te krijgen op hun vraag, dan krijgt de website die uiteindelijk het antwoord geeft een boost. Geef jouw website geen antwoord op de vraag, dan kan je flink dalen in de resultaten.
141. Geblokkeerde websites. De gebruiker kon een website blokkeren, zodat deze niet getoond werd in zijn of haar zoekresultaten. Dit werkt nu niet meer. Maar misschien gebruikt Google een aangepaste versie.
142. Chrome bookmarks. De data van de Chrome browser wordt verzameld. Websites of pagina’s die zijn gebookmarked krijgen misschien een boost.
143. Aantal comments. Pagina’s met veel comments kan een signaal zijn van veel interactie en kwaliteit.
144. Tijd op de website. Hoe langer iemand jouw website bezoekt, hoe beter.

Terug naar boven

Speciale algoritme regels

145. Zoekopdracht verdient freshness. Nieuwe pagina’s krijgen een boost voor bepaalde zoekopdrachten.
146. Zoekopdracht verdient diversiteit. Zoekwoorden kunnen dubbelzinnig zijn. Dus een zoekresultaten ook. Bijvoorbeeld het woord ‘Apple’ of ‘WWF’
147. De browsergeschiedenis van de gebruiker. Websites die jij vaak bezoekt, komen ook sneller terug in de SERP.
148. De zoekgeschiedenis van de gebruiker. Jouw zoekopdrachten kunnen effect hebben op de volgende zoekopdracht die jij doet.
149. Featured snippets. Volgens SEMRush kiest Google de snippet op basis van contentlengte, pagina autoriteit, HTTPS gebruik en opmaak.
150. Geo targeting. Google vindt het fijn als jij een local server IP hebt en een specifieke landcode.
151. Safesearch. Zoekresultaten met scheldwoorden of volwassen content worden geblokkeerd voor gebruikers die Safe Search aan hebben staan.
152. Google+. Auteurs en websites die jij hebt gevolgd in de tijden van Google+ duiken sneller op in jouw zoekresultaten.
153. “YMYL” Keywords. “Your Money or Your Life'”. Dit zijn pagina’s die invloed kunnen hebben op jouw gezondheid of financiële gezondheid. Hier zijn hogere kwaliteitseisen voor.
154. DMCA klachten (online auteursrecht). Heb jij een legitieme klachten tegen je lopen, dan kost dit rankings.
155. Domein diversiteit ( The Big Foot update 2012). The Big foot update heeft ervoor gezorgd dat er meer diversiteit is qua domeinen in de zoekresultaten.
156. Transactional searches. Google toont soms verschillende resultaten voor shopping gerelateerde zoekwoorden. Denk bijvoorbeeld aan vliegtuigvluchten.
157. Lokale zoekopdrachten. Lokale resultaten staan vaak boven de normale organische resultaten.
158. Top stories box. Getriggerd door bepaalde zoekwoorden.
159. Voorkeur voor grote merken (Vince update 2009). Grote merken krijgen een boost op bepaalde zoekwoorden.
160. Shopping resultaten. Bepaalde zoekopdrachten tonen Google shopping resultaten in de SERP.
161. Afbeelding resultaten. Google toont afbeeldingen in de zoekresultaten .
162. Easter Egg Results. Type in Google ‘Atari Breakout’ en klik op de eerste link.
163. Single site results voor merken (2010). Er kunnen meerdere resultaten getoond worden in de zoekresultaten van één website.

Terug naar boven

Merksignalen

164. Payday Loans update (2014). Update tegen Spammy zoekopdrachten
165. Merknaam als anchor tekst. Simpel maar een sterk signaal.
166. Branded searches. Hierdoor kan Google herkennen dat het gaat om een echt merk.
167. Merk + zoekwoord. Het is positief als bezoekers een zoekwoord en een merk in een zoekopdracht gebruiken. Hierdoor kunnen non-branded zoekopdrachten van dit zoekwoord een boost krijgen.
168. Website heeft een Facebookpagina en likes. Heb jij een zakelijke Facebookpagina, dan is dat goed voor de betrouwbaarheid.
169. Website heeft een Twitteraccount en volgers. Heb jij een zakelijke Twitterpagina, dan is dat goed voor de betrouwbaarheid.
170. Website heeft een LinkedIn pagina. Heb jij een zakelijke LinkedInpagina, dan is dat goed voor de betrouwbaarheid
171. Bekendheid van de auteur. Informatie of content verbonden aan een geverifieerd profiel zal hoger ranken in de zoekresultaten.
172. Echtheid van een social media account. Google heeft een patent om te achterhalen of een social media account echt of nep is.
173. Merkvermeldingen in de Top Stories. Hele grote merken worden regelmatig getoond in de Top stories. Enkele merken hebben zelfs een eigen nieuwsfeed.
174. Merkvermeldingen zonder link. Waarschijnlijk kijkt Google hiernaar als merk signaal.
175. Fysieke locatie. Waarschijnlijk wordt er door Google gezocht en gekeken naar een fysiek adres.

Terug naar boven

On-site webspam factors

176. Panda Penalty (2011 update). Websites met slechte content, veel ads, auto content en lege pagina’s zijn minder goed zichtbaar geworden.
177. Uitgaande links naar een “slechte buurt”. Je wilt geen backlinks van slechte websites, maar je wilt er ook zeker niet naar toe linken.
178. Sneaky redirects. Kan een penalty opleveren maar ook een de-index.
179. Pop ups en irritante ads. Volgens de richtlijnen van Google zijn dit tekenen van een lage kwaliteit websites.
180. Interstitial pop-ups. Een ad op de volledige mobiele website wordt niet gewaardeerd en kan een penalty opleveren.
181. Over geoptimaliseerde websites. Kan een penalty opleveren. Ga dus niet meer aan de gang met  “Keyword stuffing”.
182. Gibberish content. Google kan ‘brabbeltaal’ herkennen. Handig om automatisch gegenereerde content te herkennen en te straffen.
183. Doorgang pagina’s. De pagina die jij aan Google toont, moet ook de pagina zijn die bezoekers te zien krijgen. Dus geen redirects.
184. Advertenties boven de vouw. Veel ads en weinig content. Dit kan je beter niet doen.
185. Verborgen affiliatie links. Als je affiliate links wil gebruiken, dan kan je die beter tonen en open over zijn.
186. Fred (update 2017). Een update die websites aanpakt met slechte content en alleen maar geld willen verdienen.
187. Affiliate websites. Het mag duidelijk zijn, Google is geen fan en dit soort websites worden waarschijnlijk nauwlettend in de gaten gehouden.
188. Automatisch gegenereerde content. Het is logisch dat Google dit helemaal niks vindt. Als ze vermoeden dat een website dit doet, dan kan ook dit resulteren in een penalty.
189. Te veel PageRank Sculpting. Bijvoorbeeld al jouw uitgaande links op Nofollow zetten.
190. IP-adres is gerapporteerd als spam. Als het IP-adres van de server is gerapporteerd, dan kan dit effect hebben op alle websites, die gehost zijn op deze server.
191. Meta tag spamming. Ook de meta tag kan worden vol gezet met zoekwoorden. Probeer dit te voorkomen. Het is nu gebruiksvriendelijk en Google houdt er niet van.

Terug naar boven

Off-site webspam factors

192. Gehackte websites. Hierdoor kan je uit de resultaten worden verwijderd.
193. Een plotselinge toevloed van links. Dit kan opvallen, want het gaat waarschijnlijk om veel slechte links.
194. Penguin penalty (update 2012). Update tegen blackhat SEO.
195. Linkprofiel met een hoog percentage links van lage kwaliteit. Ook dit zijn vaak links van slechte kwaliteit, denk aan blog comments en forums links.
196. Links van ongerelateerde websites. Te veel kan een penalty opleveren.
197. Onnatuurlijke links waarschuwing. Deze waarschuwing krijg je in Google Search Console en kan een ranking drop tot gevolg hebben.
198. Lage kwaliteit directories links. Onderzoek dus altijd de kwaliteit van deze pagina’s.
199. Widget links. Google houdt niet van links die worden gegenereerd als je een widget op jouw website plaatst.
200. Links van dezelfde Class C IP. Te veel links van één server wil je liever niet. Let hier altijd goed op als het gaat om een PBN.
201. “Giftige’ anchor teksten. Vooral medische termen, die linken naar jouw website. Dit kan een teken zijn dat jouw website is gehackt.
202. Een onnatuurlijke stijging in links. Sinds 2013 kan Google zien of een stijging legit is of niet.
203. Links van artikelen en persberichten. Links hiervandaan worden in veel gevallen gezien als een “link scheme”, omdat het zoveel is misbruikt.
204. Handmatige acties. Een werknemer van Google gaat jouw website bekijken als zij een signaal krijgen vanuit het algoritme.
205. Het verkopen van links. Als je wordt gepakt, kan het gevolgen hebben voor de vindbaarheid.
206. Google Sandbox. Nieuwe websites die opeens heel veel links krijgen, worden tijdelijk even in de ‘sandbox’ gezet. Hierdoor wordt de zichtbaarheid van deze website beperkt.
207. Google Dance, Patent. De rankings worden even door elkaar gehusseld. Om er zo achter te komen wie er bezig is om het algoritme te slim af te zijn.
208. Disavow Tool. Met deze tool kan jij handmatig slechte domeinen uitsluiten die linken naar jouw website. Google neemt deze links dan niet mee in de positionering van jouw website.
209. Reconsideration Request. Een succesvolle heroverweging van een penalty is natuurlijk goed voor je rankings.
210. Tijdelijke link schemes. Google heeft mensen betrapt die tijdelijk spammy links plaatsten en snel weer verwijderen.

Terug naar boven

Meer weten over het algoritme van Google en de ranking factoren?

Wil jij meer weten over de ranking factoren? Of heb je hulp nodig bij het optimaliseren van je website voor de zoekmachines? Neem dan gerust contact met ons op, onze SEO specialisten helpen je graag verder!

Volg ons ook op LinkedIn en Facebook voor de laatste ontwikkelingen op het gebied van online marketing!